Als de ontwikkelingen binnen de geopolitiek, de werkdruk of de resultaten van je favoriete voetbalclub te wensen over laten, heb ik een advies: bezoek een botanische tuin. Je komt er tot rust en je geniet. Wij bezoeken met een zekere regelmaat op vakantie én in eigen land een botanische tuin. En eigenlijk zijn we nooit teleurgesteld.
Het aantal bezoekers is overzichtelijk en de aanwezigen zijn doorgaans voorkomend en vriendelijk. Zo’n tuin biedt, afhankelijk van het seizoen, een prachtig overzicht van planten en bomen uit alle werelddelen. In veel gevallen is er een tropische kas waarin de bananenplant zelden ontbreekt, of een woestijnkas met cactussen. Een rotstuin met planten uit het hooggebergte. Een moeras met bijbehorende vegetatie. Er zijn palmen, waterlelies uit de eigen regio en vaak ook de enorme waterlelies uit het Amazonegebied. Bonsaiboompjes, heemtuinen, volières, aquaria, speelgelegenheid, kunstwerken, insectenhotels en insectenetende planten, fijne bankjes, soms een klein natuurmuseum: – het is een enorme rijkdom die je zómaar voorgeschoteld krijgt. Bijna altijd is er gezorgd voor natuur- en milieu-educatie met borden of exposities. De toegangsprijs meestal erg vriendelijk en vaak kun je een botanische tuin gratis bezoeken (in eigen land meer dan eens op vertoon van de museumkaart).
Een botanische tuin, of hortus botanicus, vindt meestal zijn oorsprong in de universiteit ter plekke. In verleden eeuwen hadden artsen op het gebied van geneesmiddelen eigenlijk alleen fytotherapie te bieden, en uiteraard moesten artsen verstand hebben van de werking van de planten die ze gebruikten om zo goed mogelijk genezing te bewerkstelligen. Kennis van geneeskrachtige planten hoorde dus tot de studie.
Medicijnen worden nu vooral lang chemische weg vervaardigd, maar de universiteitstuinen zijn gebleven. Die in Padua is de oudste aan een universiteit gelieerde botanische tuin, sinds 1545 gehuisvest op zijn oorspronkelijke locatie. En het is een heel mooie hortus, zie foto hierboven.
Alleen al in Nederland zijn er niet minder dan 25 botanische tuinen. We kunnen dus nog even vooruit. Niet dat we nou zo deskundig zijn op het gebied van alles wat groeit en bloeit, integendeel zelfs, maar ook zonder detailkennis kun je er enorm van genieten. De afgelopen jaren hebben we niet minder dan 34 botanische tuinen bezocht. Van Zweden tot Madeira, van Wales tot Polen. Daartussen zitten een paar ‘buitenbeentjes’ die stiekem geen botanische tuin zijn maar wel erg de moeite waard, zoals de Tuinen van Appeltern en de Ecokathedraal in Mildam.
En gelukkig hebben we foto’s!