Charlie Hebdo

zaailand20140108Nee, ik heb het nooit gelezen, eigenlijk. Ik kende het blad Charlie Hebdo tot voor kort vooral uit secondaire berichten – als het blad weer eens met kracht een heilig huisje had omgeschopt. Bijtende satire bedrijven, zo blijkt, daar hadden de nu vermoorde redacteuren ruimschoots de 10e dan in bereikt.

Als je de afbeeldingen op internet bekijkt zaten bij Charlie Hebdo grootmeesters in het doorprikken van opgeblazen ballonnen, in het aantonen dat de keizer toch werkelijk in z’n blootje loopt, en het aan de kaak stellen van windbuilen uit alle windstreken. Niemand werd gespaard. Daar namen mensen wel eens aanstoot aan – misschien niet eens onbegrijpelijk. Maar, aldus hoofdredacteur Charb: ‘Ieder die deze tekeningen niet wil zien, raad ik aan ons blad niet te kopen.’

Fanatici dachten er anders over en richtten een bloedbad aan op het redactiekantoor.

De daders hebben in ieder geval voor elkaar gekregen dat vanavond duizenden en duizenden mensen in grote delen van de wereld bijeenkwamen om te herdenken, het geweld af te keuren en steun te betuigen aan democratie en vrije pers.

Ik was er vanavond bij, in Leeuwarden. Veel heroïek kwam daar niet aan te pas: een ingetogen bijeenkomst op het Zaailand, een minuut stilte, speeches van burgemeester Ferd Crone en LC-hoofdredacteur Hans Snijder, die verwees naar de in 1945 verworven vrijheid. Een plein dat ongeveer halfvol was. Waardig, en goed.

Nederland scoort al jaren enorm hoog qua persvrijheid. Dat wordt onderzocht door de organisatie Journalisten zonder Grenzen. Daar mogen we trots op zijn en dat moeten we in hoge ere houden.

In het dagelijks leven ben ik communicatieprofessional, en natuurlijk gebeurt het ook wel eens dat er een publicatie in de media komt die vanuit ons bedrijfsstandpunt niet fijn is. Gelukkig gebeurt het me maar zeer, zeer zelden dat ik tandenknarsend van woede een krantenartikel lees of een website openklik. Als de emotie wat is bekoeld moet je doorgaans toch vaststellen dat de journalist professioneel en integer zijn werk heeft gedaan – maar dat het nieuws voor onze organisatie gewoon heel vervelend uitpakt. Soms moet je binnen je organisatie nog eens uitleggen hoe nieuws tot stand komt. In het uiterste geval pak je de telefoon en bel je de redactie. We lossen het met woorden op.

Een journalist, cartoonist of satirist is in zekere zin de bewaker van de democratische processen in onze samenleving. Als je in het nieuws bent kan het meezitten, maar ook wel eens tegen. Als je onderwerp bent van satire moet je tegen een stootje kunnen. Maar je kunt het agressieve splintergroepen met kalasjnikovs niet toestaan de verworvenheid van de vrije pers en het vrije woord letterlijk monddood te maken. Of waar ook ter wereld hun benepen wereldvisie te vuur en te zwaard aan andersdenkenden op te leggen.

De duizenden mensen die vanavond over de hele wereld demonstreerden vormen een dijk tegen dit soort verblind fanatisme. Mijn aanwezigheid heeft niet meer dan een minuscule zode aan deze dijk gezet. Maar ik ben toch blij dat ik er bij was.

Share