Als camperaars van zekere leeftijd mogen wij graag een reisbestemming dicht bij huis kiezen waar je een paar dagen plezierig tussen het groen kunt fietsen. Zo kwamen wij een lang weekend in het Ruhrgebied terecht.
Wacht even. Ruhrgebied? Rokende schoorstenen, zware industrie en enorme vervuiling in een grauwe omgeving? Ons reisgidsje meldde dat dát toch echt een beeld uit het verleden was. En het klopte. Het Ruhrgebied heeft vandaag de dag nog steeds genoeg industrie en andere bedrijvigheid, maar de kolenmijnen, hoogovens en veel andere zware industrie zijn al tientallen jaren gesloten. Reusachtige installaties van de zware industrie kregen monumentenstatus en het stempel ‘Industriekultur’, en staan imposant weg te roesten temidden van weelderige plantengroei. Veel van die industrieterreinen zijn herbestemd: ze hebben een museale functie gekregen, en kregen functies die variëren tussen pretpark, kantoren, festivalterrein, stadspark en natuurgebied. Over de vroegere mijnen worden nu foldertjes gepubliceerd waarin je kunt lezen hoe de natuur de oude installaties overneemt: exotische planten, vogels en vleermuizen in de in onbruik geraakte gebouwen en velerlei insecten die de spontaan ontstane begroeiing bevolken. De souvenirhandel biedt onder meer fotoboeken uit de glorietijd van de industrie, met afbeeldingen van stoere mijnwerkers, eerderbedoelde rokende schoorstenen en grauwe woonkazernes. De toeristen-T-shirts dragen de mijnwerkersgroet ‘Glück Auf!’. Maar veel meer dan dat herinnert er niet aan het feit dat het ooit een van de zwaarst geïndustrialiseerde en vervuilde gebieden van Europa was.
Veel spoorlijnen, ooit aangelegd voor kolentransport en andere industriële doelen zijn herbestemd als fietspad en horen deels tot het netwerk van ‘Radschnellwege’ waarvan wordt beweerd dat je sneller op je bestemming bent dan met de auto in deze grote metropool. Het aardige van die fietspaden is dat je je nauwelijks realiseert dat je in een stedelijk gebied bent. De fietspaden worden omzoomd door groen – waarbij de Japanse Duizendknoop helaas in veel gevallen de boventoon voert.
De stad zelf is natuurlijk nooit ver weg en zo konden we een groene fietstocht combineren met een (gratis!) bezoek aan Museum Folkwang in Essen – een schitterende collectie hedendaagse kunst, zodat we cultuur en natuur mooi konden combineren. En niet te vergeten Margarethenhöhe – een arbeiderswijk met hooggestemde idealen. We bleken -althans deels- de voetsporen van de Van Rossems te hebben gevolgd.
We waren al eerder aangenaam verrast door de herbestemde zware industrie en deze hernieuwde kennismaking zal vermoedelijk niet onze laatste zijn. Ik kan het aanbevelen!