Afgelopen zaterdag waren mijn wederhelft en ik in Overijssel. Een gezellig bezoek aan mijn moeder en haar partner, een lekkere lunch bij Boode in Bathmen, en toen hadden we nog wat tijd over.
Daar hadden we op geanticipeerd, de fietsen achterop de auto, en na afloop hadden we een tijdje om Boode’s calorieën eraf fietsen in de omgeving.
De omgeving van Deventer zag er uit zoals het hoort op een mooie zomerdag.Regionale weggetjes, en af en toe een zandpad met zo’n schelpenpaadje er langs, tussen de maisvelden en weilanden door.
Zo’n schelpenpaadje benadert het ultieme zomerse fietsgeluk. In Fryslân heb je ze helaas niet zo veel. Het klinkt zo lekker onder je banden. Zeker bij die dikkebandenfiets van mij. We kwamen zelfs nog langs zo’n échte uitspanning met een speeltuin met familieschommel en glijbaan naast het terras. Kortom, heerlijk.
Even ten westen van het dorpje Heeten passeerden we een kanaal, met fietspad er langs. Het Overijssels Kanaal, stond er op een bordje. En als de schelpenpaadjes en de uitspanning al niet genoeg waren om te denken dat er in een halve eeuw weinig veranderd leek, het Overijssels Kanaal zette me weer even terug in de schoolbanken van de vierde klasse lagere school, bij Juffrouw Jansen.
Wij moesten dat namelijk kennen, het Overijssels Kanaal. Net als de andere belangrijke waterwegen van alle provincies, de grondsoorten, en wat er verbouwd werd. Ik heb het nog even nagezocht in mijn oude aardrijkskundeschrift. Ja hoor, het stond er echt. Overijsels Kanaal. Evenals de wetenschap dat het Kampereiland geschikt is als hooiland. De producten van kleigrond (STAP, suikerbieten, tarwe, aardappelen, peulvruchten) en zandgrond (HARK, haver, aardappelen, rogge, knollen). Of was dat nou van de dalgrond? Wij wisten het, als schoolkinderen. Zelfs Nieuw Buinen konden wij op de blinde kaart blindelings aanwijzen, en wisten dat daar glasindustrie te vinden was.
Ik vind het tot op de huidige dag verrassend om de topografische ballast die je op de lagere school hebt meegekregen vertaald te zien in daadwerkelijk landschap.
De persoonlijke kennismaking met het Overijssels Kanaal viel niet tegen. Bordjes met informatie over de bijzondere ecologie van het kanaal. Het was duidelijk dat het kanaal voor het scheepvaartverkeer geen enkel belang meer heeft. Het ligt verstild in het landschap, tussen hoge bomen, met een stil fietspad aan de ene en een stille weg aan de andere kant. Af en toe een ophaalbrug. Een boerderij bood courgettes aan, drie voor een euro, doe het geld maar in het jampotje. Zó’n kanaal en zó’n pad dus. En hoogzomer. Een prima combinatie. En dat vele kilometers lang.
Dát leerden wij allemaal niet, op de lagere school. We konden het kanaal vinden op de kaart. Mocht u in de buurt zijn- er loopt een prachtige knooppunt-fietsroute langs. Doen.
Eens even denken. Nieuw Buinen – ik weet feilloos waar het ligt, maar ik ben er nog nooit geweest. Hoe zou het daar zijn? En is die glasfabriek er nog?