Lees eens wat ánders, mensen. Nee echt. Zoals het boek “Itinerario” van Jan Huygen van Linschoten. In een notendop: Jan Huygen woonde van 1579-1589 in India. In zijn boek beschrijft hij de landen en volkeren van Oost-Azië, en vooral: de reisroute. De informatie ontleende hij aan Portugese bronnen. Met deze informatie konden Nederlanders ook de reis naar de Oost ondernemen en daarmee schiep Jan Huygen een belangrijke voorwaarde voor de oprichting en het succes van de Verenigde Oostindische Compagnie.
Uiteraard zijn de beschrijvingen van de landen, plaatsen, volken en gebruiken in onze hedendaagse ogen soms bizar. Je krijgt ook een goed beeld van wáár je de beste specerijen, textiel en andere handelswaar kunt verkrijgen. Je moet een beetje door de 16e-eeuwse kriebelletters en het archaïsch taalgebruik ploeteren, maar soms vind je een pareltje.
Zoals het verhaal van Sint Thomas. Ik laat het hieronder volgen, voor het leesgemak geredigeerd en ‘vertaald’ naar hedendaags Nederlands. In het boek zelf opent hoofdstuk 15 er mee, op pagina 19-20. Het origineel is gratis te lezen op Google Books.
“Hoofdstuk 15: Van de kust van Coromandel en het koninkrijk Narsinga, of Bisnagar.
De kust van Coromandel begint op de hoek van Negapatan, en strekt zich uit naar het noordoosten tot de plaats Musulepatan. Tussen deze twee plaatsen ligt een plek die Sint Thomas wordt genoemd. In deze plaats en in Negapatan wonen Portugezen. Ze hebben hier langs de hele kust hun handelsposten. Sint Thomas was in vroeger tijden een zeer vermaarde en rijke koopstad, die Meliapor heette. Het was de hoofdstad van het koninkrijk Narsinga. Waarom heet deze plaats Sint Thomas? De Indiërs vertellen dat in de tijd dat de apostelen over de wereld uitzwierven om het evangelie te preken aan alle naties op aarde, dat de apostel Sint Thomas naar het koninkrijk Narsinga kwam, nadat hij grote delen van India was doorgetrokken. Hij predikte het woord van onze Here en zaligmaker Jezus Christus aan de Indiërs en de ongelovigen. Maar erg veel leverde dat niet op. Van de mensen die de apostel tot het geloof bekeerde zijn er nog steeds veel. De Portugezen troffen ze hier aan toen ze het land ontdekten. Ze hielden hun godsdienstoefening op een manier die lijkt op de Grieks-orthodoxe wijze, in het Chaldeeuws. Ze willen zich in geloofszaken niet mengen met de Portugezen.
Men zegt dat de apostel Thomas lange tijd predikte in het koninkrijk Narsinga, maar zonder veel succes. De Brahmanen, de geestelijken van de pagodes, met hun valse en duivelse afgoden, deden alles om Sint Thomas tegen te werken.
Zo gebeurde het dat Sint Thomas aan de koning toestemming vroeg om een kapelletje te bouwen om zijn gebeden te kunnen zeggen en het volk te kunnen onderwijzen. Dat werd hem geweigerd, door de invloed van de Brahmanen en andere tovenaars waar ze in vertrouwen.
Toen heeft God er voor gezorgd dat er een grote boom vast kwam te zitten in de monding van de rivier van de stad Meliapor, zodat er geen enkel schip meer in of uit kon. Daardoor leed de koning grote schade, de handel kwam geheel tot stilstand. De koning probeerde met alle middelen om de boom weg te laten halen. Driehonderd olifanten probeerden de boom eruit te trekken, maar tevergeefs. De koning zag dat hij het obstakel op geen enkele manier kon weghalen. Ook zijn Brahmanen en tovenaars wisten hem, met al hun bezweringen, geen enkele goede raad te geven. De koning was erg bedroefd en loofde een grote beloning uit voor degene die het wél zou lukken de boom weg te halen.
Toen ging de apostel Sint Thomas naar de koning, en zei hem dat hij het wel alléén wilde proberen. Hij hoefde er niets voor te hebben – hij wilde alleen het hout van de boom, om een kapelletje van te bouwen. De koning en zijn Brahmanen bespotten hem en lachten hem uit. Maar Sint Thomas nam zijn gordel en bond die aan de boom, waarna hij deze zonder enige inspanning uit het water trok, tot grote verwondering van alle toeschouwers. Vooral de koning was verbaasd; en hij stond Sint Thomas onmiddellijk toe het kapelletje te bouwen van het hout van de boom. Door dit mirakel werden velen gedoopt en namen het Christelijk geloof aan.
De Brahmanen verloren zo veel gezag bij het volk. Ze waren erg jaloers op Sint Thomas en ze probeerden hem met een list om te brengen. De apostel werd van achter neergestoken toen hij op zijn knieën in zijn kapelletje in gebed was.
Dit verhaal is in veel kerken in Indië afgebeeld. En om mensen te herinneren aan deze schanddaad, zo zegt men, zijn de nakomelingen van degenen die hem gedood hebben vervloekt. Ze worden geboren met één onderbeen dat zo dik is als dat van een olifant. Het andere been en het lijf zien er gewoon uit. Ik heb ze veel gezien, zowel mannen als vrouwen, want er zijn hele families en dorpen van.”
Het is natuurlijk een prachtig verhaal; veel te mooi om waar te zijn. Maar tot op de huidige dag is er in Madras een kerk gewijd aan Sint Thomas. Hij ligt er begraven en men bewaart ook de spies waarmee hij volgens de overlevering werd doorstoken. Op het nabijgelegen St Thomas Mount staat een kapel, de plaats waar de heilige aan zijn einde zou zijn gekomen. De Thomaschristenen blijken nog steeds een kerkelijke stroming te zijn.
Ja mensen, lees eens wat anders…