Auteursarchief: Frits Mostert

Sinterklaas en Zwarte Piet

Wie mij kent weet dat ik een bijzondere band heb met Sinterklaas. Ik ken de goedheiligman persoonlijk en uiteraard ken ik ook zijn trouwe Pieten. Als je in zo’n feest de glansrol mag vervullen dan weet je waar het om gaat: feest, gewoon feest, waarin groot en klein meedoen. De kleintjes in overtuiging dat de mythische figuren echt zijn, de groten spelen het spel met overtuiging mee. En na afloop is iedereen blij met pepernoten, cadeaus, gedichten en surprises. Het is een echt gezinsfeest. Heerlijk.

Elk jaar gaan er ook wel weer stemmen op tégen de figuur van Zwarte Piet. In de argumenten komen geregeld woorden voor zoals racisme en discriminatie, soms zelfs het slavernijverleden. Ik wil die gevoelens overigens geenszins bagatelliseren. Natuurlijk hóef je Sint en Pieten niet leuk te vinden. Je hebt dan wel een minderheidsstandpunt. Overigens: het moge duidelijk zijn dat Nederland niet trots hoeft te zijn op zijn slavernijverleden.  Je kunt niet genoeg benadrukken dat racisme en discriminatie in onze samenleving geen enkele plaats horen te hebben, en om dat te vinden hoeven je voorouders écht geen plantageslaaf te zijn geweest.

Sint en Pieten hebben alles te maken met oeroude mythen en legenden.

Terug naar Sinterklaas en zijn Pieten. De rol van Piet is de laatste jaren al flink veranderd. van dom hulpje met vreselijk accent naar de rechterhand van de Sint. Ook dan gaat niet altijd alles goed. In het Sinterklaasjournaal is het altijd weer afwachten wat er nú weer weg is door toedoen van onoplettende Pieten – tot complete stoomboten aan toe.

De huidige figuren van Sinterklaas en Zwarte Piet zijn goeddeels gebaseerd op het werk van Jan Schenkman, van wiens hand in 1850 het boek St. Nikolaas en zijn knecht verscheen. Uiteraard was voor die tijd Sinterklaas ook al bekend in de lage landen.  Het schilderij van Jan Steen uit 1665 toont een aantal bekende elementen: de schoen, de schoorsteen waardoor de cadeaus werden geworpen.
Zelfs al in de middeleeuwen was de Sint bekend. Kennelijk nog zonder Piet, beweren internetbronnen

Ga je nog verder terug in de tijd, dan is de overeenkomst van de Sint met de Teutoonse god Wodan meer dan oppervlakkig. Wodan reed in stormachtige nachten door de hemelen op zijn achtvoetig paard Sleipnir, gekleed in een wijde mantel, met een breedgerande hoed en met een magische speer. Zijn kraaien Hugin en Munin (gedachten en geheugen) zwierven over de wereld, luisterden wat de mensen aan het doen waren en rapporteerden dat weer aan Wodan. Zwarte Piet luistert nog altijd aan de schoorsteen. Wodan was ook de god van de dichtkunst. Hebben we ons Sinterklaasrijm aan hem te danken? Dat de katholieke kerk de Christelijke feesten heeft gekoppeld aan al eerder bestaande ‘heidense’ feestdagen is natuurlijk bekend. Sint Nicolaas lijkt naar mijn idee niet voor niets op Wodan, kerst valt niet voor niets in de midwinterperiode, op dezelfde dag als het Romeinse Mithrasfeest van de Sol Invictus, het paasfeest wordt nog altijd omgeven met pre-christelijke vruchtbaarheidssymbolen zoals eieren en hazen.

In tegenstelling tot wat menigeen denkt is Sinterklaas geen puur Nederlands en Vlaams feest. Vergelijkbare mythische figuren vind je door heel West-en Midden-Europa. Ik zou bijna zeggen: in het hele gebied waar ooit Teutoonse goden werden vereerd (Wodan, Donar, Thor, etc.) Ze worden vaak zelfs Sint-Nicolaas genaamd, of een variant daarop. Die Sinten lijken verbazend veel op elkaar: witte baard, wijde mantel, vaak een bisschop-achtig kostuum. Ze zijn actief in de hele midwinter. In de Alpenlanden wordt de Sint vergezeld door een wel heel vreemde Zwarte Piet: Krampus.  Een soort duivelsfiguur met hoorns en een masker. Een probaat recept om stoute kinderen tot de orde te roepen, en vergelijkenderwijs is onze Zwarte Piet een zeer goedaardig figuur. Eigenlijk wordt de Sint overal wel begeleid door een wat duistere figuur, in Duitsland bijvoorbeeld Knecht Ruprecht.

Krampus, Knecht Ruprecht en Zwarte Piet komen niet uit de lucht vallen. Misschien moet een historicus zich er eens over buigen: wat is de overeenkomst tussen deze figuren? Hoe hangen al deze mythen en legenden aan elkaar? Kan het zo zijn dat vóór 1850 de Nederlandse Sint werd begeleid door een heel andere knecht: een voorloper die leek op de angstaanjagende Krampus of een duistere Ruprecht? Een soort figuur zoals nu nog rondwandelt bij het Terschellingse Sunderum? En dat onderwijzer Jan Schenkman in 1850 deze duivelsfiguren heeft vervangen door de veel goedmoediger Zwarte Piet die we nu kennen? Dat is speculatie, maar het zou best kunnen.

Ik durf de stelling wel aan dat het feest van Sinterklaas en zijn Zwarte Piet de echo is van een wel heel verre historie, van een eeuwenlange overlevering van mythen en legenden. Alleen de echo: de echte klank is al lang weggestorven. Wie Zwarte Piet over de rand van de stoomboot wegwerkt, gooit een heel lange traditie overboord. Maar dat Zwarte Piet een bewuste poging zou zijn om ons slavernijverleden nog eens op te hemelen: nou, nee.

*****

UPDATE 24 juli 2020. Tijden en inzichten veranderen. De Sint zal in het MCL met ingang van 2020 niet meer vergezeld worden door zwarte Pieten, maar door roetveegpieten. Of Pieten met een ander kleurtje. Feest voor iedereen!

Share

Voor de rechter

Het Paleis van Justitie in ’s Hertogenbosch is een gebouw dat enig ontzag inboezemt. Stoere zuilen bij de ingang, een binnenplaats die enorm lijkt. Hier wordt recht gesproken, dat is duidelijk. Binnen is het soberheid en degelijkheid troef. Zoals het hoort in een overheidsgebouw. Zeker het kamertje waar ik vandaag voor de rechter moest verschijnen had weinig frivools.

Maar frivoliteit hoort natuurlijk ook niet bij rechters. Rechtspraak is een serieuze zaak. Voordat de lezer zich zorgen gaat maken over mijn levenswandel – ik verscheen er als getuige. Dan nog staat het zweet je min of meer in de schoenen. Een beetje het idee van het mondeling examen Duits op de middelbare school, ook geen pretje. Maar de rechter en de advocaten maakten er gelukkig een rustige en ontspannen bijeenkomst van.

Waarom voor de rechter? Ik heb het namens mijn werkgever in het verleden meermalen aan de stok gehad met een bedrijfje uit Winschoten *), dat onze organisatie vermeldingen op zijn internetgids aanbood. Nou ja, aanbood… het soort acquisitiegesprekken waarbij uitgebreid de bedrijfsgegevens worden doorgenomen, waarbij wordt benadrukt dat je in het verleden niet wilde adverteren en dat daarom  de gewone vermelding (die je überhaupt niet had) wordt voortgezet, waarin niets wordt gezegd over kosten. En of je de gegevens maar snel via de fax wilt bevestigen. En in die fax staat dan, in dit geval voluit in heel kleine letters, honderd euro per maand, looptijd zesendertig maanden. Er staat geen totaalbedrag op. Maar dat is dus € 3.600, ex BTW, alstublieft, bij elkaar geharkt in een telefoongesprek van nog geen twee minuten, en geen tegenprestatie van enige betekenis. Acquisitiefraude.

Dat wil zeggen, als je er in trapt en je handtekening zet. Dat op de fax iets heel anders staat dan in het telefoongesprek is gezegd, is lastig aan te tonen. Tenzij je, zoals ik, die telefoongesprekken opneemt. Als je het gesprek uitschrijft en de transcriptie van het gesprek naast de ‘faxofferte’ legt, zie je dat er nogal wat verschil tussen zit. Ik mocht bij de rechter, onder ede en met een nuchter plastic bekertje water voor me, in hoofdzaak verklaren dat wat in die telefoontranscipties stond, dat dat écht klopte en echt zo was gezegd. En dus wat heel anders was dan de faxaanbiedingen met veel kleine lettertjes.

Er was één maar. Het was geen strafzaak. Het was een civiele hogerberoepszaak. Een mevrouw van een firma in duurzaam hout in het Brabantse is er jaren geleden, in 2004, met boter en suiker ingestonken. Aan de telefoon zei de internetgids dat het om een kosteloze vermelding zou gaan, zo beweerde de mevrouw van het duurzaam hout, maar op het formulier tekende ze voor een vermelding van vele duizenden euro’s – al stond dat er in heel kleine lettertjes. Maar bewijs de inhoud van dat misleidende telefoongesprek maar eens, als je je handtekening hebt gezet. Toen de eerste rekening bij de firma binnenkwam bleek het bedrog pas. En de houtfirma besloot uit principe niet te betalen, ondanks aanmaningen en dreigementen van de internetgids.

De internetgids dreigde met de rechter. Dagvaardde de houtfirma. De internetgids ging bij de kantonrechter faliekant op z’n plaat. De internetgids zocht het hogerop en ging in beroep. Dat mag uiteraard. De houtfirma kreeg van de rechter gelegenheid te bewijzen dat de internetgids de zaak had belazerd. En zo gebeurde het dat op een donderdagochtend in 2012 een rechter, een griffier, twee advocaten, de mevrouw en de meneer van de houtfirma, de directeur van een stichting tegen acquisitiefraude en ondergetekende bezig waren met de nasleep van een ‘acquisitiegesprek’ van twee minuten uit 2004. Dat kost zeeën van tijd van mensen die hun tijd wel anders kunnen besteden. Veel cliënten van dit soort bedrijven betalen maar in arren moede – om maar van het gelazer af te zijn. Want de houtfirma en mijn werkgever zijn niet de enigen met aanvaringen met deze internetgids Je hoeft de naam van internetgids maar in een zoekmachine in te kloppen of je krijgt een machtige lading klachten over bedrog en intimidatie op je scherm.

Je mag hopen dat de rechter in wijsheid beslist – en als het aan mij ligt zegt de rechter dan dat het contract niet op een goede manier tot stand is gekomen en ontbindt de overeenkomst. Misschien zal de rechter nog iets van ‘dwaling’ zeggen, of misschien zelfs ‘misleiding’ of ‘bedrog’. Maar meer niet. De internetgids kan dan naar het geld van de houtfirma fluiten en is een boel geld aan gerechtelijke kosten kwijt. In het gunstigste geval dan. Hoop je.

Want stelselmatig, jarenlang, bedrijven door de telefoon voorliegen, ze  in staat van misleiding een handtekening ontfutselen en ze vervolgens een stevige poot uitdraaien – daar bestaat in Nederland wel een wet tegen, maar de strafrechtelijke bewijslast is juridisch bijna niet rond te krijgen. De regering vindt preventie van acquisitiefraude belangrijk, maar laat het daar bij.

De eigenaar van de internetgids zal waarschijnlijk de schouders ophalen en nog eens een paar extra telefoontjes laten plegen om het verlies te compenseren. Het zal hem misschien twee minuten per gesprek kosten. Als-ie geluk heeft is het geldelijk verlies van deze zaak binnen een uur weer gecompenseerd. Ten koste van weer andere bedrijven, dat dan wel. Maar wie doet hem wat.

*) Nee, ik noem de naam van de betrokkenen maar niet voluit. Als ik hier uit overtuiging zou zeggen dat de internetgids (met naam en rugnummer) een boef en een oplichter is, dan loop ik dikke kans op een proces wegens smaad. Dura lex, sed lex. 

Share

Sint Maarten 1981

In tegenstelling tot Sinterklaas wordt Sint Maarten niet landelijk gevierd. In mijn geboortestad Den Haag en omgeving is Sint Maarten niet doorgedrongen. Wij waren jarenlang volstrekt onbekend met het gebruik – zelfs de datum 11 november deed geen belletje rinkelen.

In de zomer van 1981 verhuisden we van Den Haag naar Hoorn, naar een frisse nieuwbouwwoning in een kinderrijke buurt. Onze oudste kon zo’n beetje kruipen. In oktober begonnen de Hoornse supermarkten op grote schaal allerlei snoepwaren aan te bieden. Spekkies en mandarijntjes, met opschriften erbij ‘St. Maarten-snoep’. Wij hadden geen idee en lieten het lekkers voor wat het was. Ons kind was toch te klein voor dat spul.

In onze nieuwbouwwijk was ook een woning waar gehandicapte kinderen woonden. Gewoon tussen de mensen. Een lofwaardig streven. Een stuk of vier, vijf kinderen met woonbegeleiding. In dit geval ging het om dove kinderen. Het woord ‘doofstom’ is terecht in onbruik geraakt, maar de verstaanbaarheid van deze kinderen was verre van optimaal. Maar ze deden enorm hun best. Daar kwamen we op een bijzondere manier achter.

Op de avond van 11 november 1981 ging onze deurbel. Voor onze deur stonden de dove kinderen, met blije gezichten en lampions. ‘Hwewe Maarten hwewhe’– hun goedbedoelde maar onverstaanbare en toonloze gezang leverde ons meer vragen dan antwoorden op. De verwachtingsvolle gezichten waarmee ze duidelijk maakten dat een bijdrage aan de meegenomen en al redelijk gevulde snoeptassen wel gewenst was maakte duidelijk dat we vreselijk in de fout waren gegaan. En verderop in de straat gingen nog veel meer kinderen rond met lampions.

Dus dáár was dat snoepgoed in die supermarkt voor bedoeld. Sint Maarten. Ik weet niet goed meer hoe we de teleurgestelde dove kinderen duidelijk hebben gemaakt dat we ze écht niks te bieden hadden. Maar ik weet nog wel dat we daarna alle lichten in huis hebben uitgedaan, de bel hebben afgezet en in het duister hebben afgewacht tot onze eerste kennismaking met het feest van Sint Maarten helemaal voorbij was.

(Bron: Wikimedia Commons)

Share

Mistroostig

Een novemberwandeling in onze wijk en in het naburige natuurgebied Groene Ster. Het fijne van zo’n wat druilerige miezerige novembermiddag is dat je zo’n beetje het hele gebied voor jezelf hebt. Het kwijnende licht geeft alles een nog neerslachtiger aspect. Zelfs de schaapjes die voor de begrazing zorgen staan er treurig bij te kijken. De laatste berken met gele blaadjes, de meeste takken al kaal. De natuur doet werkelijk niets om het er aantrekkelijk te laten uitzien. Door de motregen en de mist beslaat je bril, en als je die dan afdoet zie je eigenlijk nog minder en wordt de omgeving eigenlijk nog een beetje mooier mistroostig.

Elk seizoen heeft zo z’n aantrekkelijke  eigenschappen, vrienden.

Meer foto’s klik hier.

 

Share

Draai de rollen om bij acquisitiefraude!


EDIT: de voorbeeldbrieven hebben een nieuwe plek op de site gekregen, klik hier!


Ik schreef op dit blog al eerder over acquisitiefraude.

Een heet hangijzer.

Acquisitiefraudeurs vinden het doorgaans niet zo leuk als hun activiteiten aan de grote klok worden gehangen. Ik heb bijvoorbeeld mede namens mijn werkgever een conflict met een internetadressengids voor de zorgsector. Deze ‘gids’ heeft onze organisatie in anderhalf jaar tijd al meer dan twaalf keer gebeld met een leugen, zo van: ‘De vorige periode heeft u afgezien van een dure advertentie maar de standaardvermelding was wel akkoord’.

Ik word daar oprecht boos om. Want we stónden niet (betaald) in die gids en we hebben nog nooit gekozen voor ‘geen advertentie maar wel een standaardvermelding’. Je wordt door de acquisiteur snoeihard op het verkeerde been gezet. Door het handig opgestelde belscript ben je geneigd nee te zeggen tegen de dure advertentie, en daarmee min of meer automatisch ja tegen de standaardvermelding. Voor je het weet zit je vervolgens vast aan een vermelding die je eerst niet had en die je vermoedelijk als zorgorganisatie ook niet wilde. Dat zo’n standaardvermelding heel veel geld kan kosten wordt er door de telefoon niet bijverteld.

Ik heb daarom een berichtje op twitter gezet, naast een boze brief dat deze internetgids onze organisatie gloeiendegloeiende niet standaard moet voorliegen met zijn bedrieglijke belscript. Foute boel, vindt de internetgids. ‘Smaad!’, werd mij al vrij snel via de mail toegevoegd, en er zal wel een aangetekende sommatie volgen om de tweet in kwestie van het aangezicht van internet te verwijderen.

Dat kan nog spannend worden. Ik heb de gewoonte dit soort acquisitiegesprekken op te nemen, en van deze gids heb ik ze bijna allemaal kunnen vastleggen. De betreffende internetgids heeft dus niet veel kans om zich in een juridisch erg kansrijke positie te manoeuvreren, lijkt me.

Ze kunnen ook niet mopperen dat ik niet eerder over hun werkwijze geklaagd heb. Want dat doe ik elke keer weer. En dat zouden meer bedrijven moeten doen. Op een slimme manier kun je de rollen gemakkelijk omdraaien.

Draai de rollen om

Ehh ja, dat ik geen vriendjes ben met acquisitiefraudeurs is nu wel helder, maar waarom dan dit blog?

Nou –het hele Nederlandse bedrijfsleven, instellingen, ZZP’ers, scholen, verenigingen, kerkgenootschappen – iedereen heeft last van dit soort misleidende acquisitiegesprekken. Je moet als instelling of ondernemer doorlopend achterdochtig zijn. Is dit een advertentieverkoper die gewoon op een nette manier zijn advertenties aan de man probeert te brengen? Of is het weer zo’n parasiet die probeert om je met een smoes een oor aan te naaien? Het is om je groen en geel te ergeren. Zeker mensen die al voor duizenden euro’s het schip in zijn gegaan bij deze firma’s hebben misschien de neiging om er een stoeptegel door de ramen te kegelen. Dat mag uiteraard niet, je moet je netjes aan de wet houden. Maar je kunt wel keurig netjes de rollen omkeren.

Download de voorbeeldbrief

Ben je benaderd door een acquisitiefraudeur? Er gelukkig niet ingestonken maar wel boos? Zorg dan dat-ie z’n valse trucjes niet nóg eens op je loslaat. Ik heb daar een standaardbrief voor ontwikkeld, die hier als Word-bestand is te downloaden. Aanpassen naar de eigen situatie, aangetekend versturen – en vervolgens is de acquisitiefraudeur degene die op z’n tellen moet passen. De overheid vindt preventie belangrijk, maar strafbaarstelling zit er tot mijn verbijstering niet in. Dan moet je als organisatie zelf stappen nemen. Dat kan met zo’n brief.

[Foto: Pixelio.de / Marc Boberach]

 

Share

We zijn d’r weer

denemark2012_1600px_002We zijn terug van twee weekjes Denemarken. Skaven Strand is een plaatsje in West-Jutland met vooral heel veel vakantiehuisjes, beetje Deense stijl. En – zeker als je dat wilt- volkomen rust. Twee minuten van de Ringkøbing Fjord, een brak binnenmeer, en twintig kilometer van het Noordzeestrand. Langs meer en zee nog véél meer vakantiehuisjes, en de toeristische attracties zijn in doorsnee overzichtelijk. Een plaatselijk museum, wat horeca, watersport. De omgeving is landelijk en ruim en doet denken aan een kruising tussen Drente en een Waddeneiland. Verder landinwaarts natuurschoon, afgewisseld met slaperige plaatsjes die als topattractie een oud kerkje hebben, een dorpswinkel  en een tweedehandszaak. Langs het strand geen enkele strandtent – laat staan van die zaken die zich hebben omgebouwd tot modieuze loungebar.  Alleen scheefgezakte bunkers uit WOII.

Daar kom je wel tot rust, dus. Aanrader voor rustzoekers. Voertaal Duits, dat dan weer wel.

En vooral – twee weken geen internet, want dat was er niet in ons vakantiehuisje. Wat een rust. Ik heb natuurlijk niks tegen de twitters en de faceboeken, maar ik had wel alle tijd om een goed boek of twee, drie te lezen. Naast andere, meer nutteloze maar uiterst ontspannende zaken zoals fietsen en wandelen, zonsondergangen bekijken, barnsteentjes rapen aan het strand, foto’s maken van aangespoelde viskratten en vergelijkbare bezigheden.

Hier de vakantiefoto’s! Althans een paar. U zit misschien niet te wachten op twee dozijn zonsondergangen.

Eenmaal terug bleek ik weinig gemist te hebben. Harrewarrende politici in aanloop naar de verkiezingen. Partijen die het eclatante ‘succes’ vieren van hun 130-km-wet. We zijn d’r weer helemaal.

Share

Zuiderzeeballade

Het was de laatste dagen rustig op het blog, en dat kwam door Sanne. De papa en mama van onze kleindochter waren 10 dagen op vakantie en opa en oma boden volstrekt belangeloos ;-) aan om de kleine meid zo lang onderdak te bieden.

Ze is nu 22 maanden. Een bewerkelijke leeftijd. Maar wat hebben we genoten.

Je hoeft op zich niet eens zo veel te ondernemen met zo’n mini-mensje. Een tuin, een gieter, een zandbak, duploblokken en ander speelgoed (zoals wasknijpers) – daar heeft ze al meer dan genoeg aan. Dagelijkse dingen zijn voor een peuter al een heel avontuur.

Inkopen bij de Makro met Sanne – het is net een pretpark. Letterlijk een kind in een speelgoedwinkel. De groothandel had een plastic glijbaantje en een soort kunststof kinderauto in de aanbieding, en daar ging Sanne heerlijk mee spelen. De AGF-afdeling bood bakjes aardbeien aan. En had een hele bak klaarstaan zodat de clientèle het ooft zou kunnen proeven. Mocht iemand bij de Makro zich afvragen wie er zo onbeschaamd veel aardbeien uit die bak heeft gepikt… ik heb meer dan een vermoeden.

En verder – Sanne loopt en springt en danst, kletst de oren van je hoofd, maakt bewust grapjes en zorgt dat opa en oma zich geen moment vervelen. Liedjes zingen is net zo’n vast ritueel als voorlezen of het bad met een dozijn eendjes. Ze kent het hele peuterrepertoire en is niet te beroerd om iets bij te leren.

Nu volgt een kleine bekentenis. Als jonge vader meende ik dat het weinig uitmaakte wat je met je jonge kinderen zong –áls je maar zong. Dus ik zong net zo makkelijk de Zusters Karamazov, De Bruid (toch wel twijfelachtig, achteraf) of de Zuiderzeeballade met mijn kroost. Ze kenden dat soort nummers deels uit het hoofd. De papa van Sanne kende zelfs de Zuiderzeeballade zó goed, dat hij als kind van nog geen twee ooit desgevraagd de tekstregel “Zuiderzee heet nu…” correct aanvulde met “IJsselmeer”. De andere aanwezigen vielen haast om. Wát een bijzondere kennis bij zó’n klein kind! Het hoort tot de verhalen die nog generaties lang in onze familie zullen worden verteld.

Geen wonder dat ik had gedreigd dat zelfde kunststukje nog eens met Sanne te herhalen. Sanne’s papa verklaarde zich, lichtelijk tongue-in-cheek, mordicus tegen. Dat moet je juist tegen mij zeggen. Toen Sanne weer werd opgehaald kende ze dus de Zuiderzeeballade. En vulde op het moment suprême triomfantelijk aan: “…IJsselmeer!”. Mijn two seconds of glory.

Je kunt jonge kinderen van alles leren en van alles wijsmaken. Ze imiteren alles. Echt.

De Zuiderzeeballade is naar mijn idee tamelijk onschuldig. De kennis van deze Hollandse hit zal Sanne’s leven niet aanmerkelijk beïnvloeden, lijkt me. Maar peuters horen en begrijpen én herhalen dus bijna alles wat je maar kunt verzinnen.  Ook als ze zó jong zijn. Zonder enig onderscheid.

Daar zit een les in voor alle ouders en opvoeders. Denk goed na bij wat je je peuter leert.  Ze kennen zelf het onderscheid tussen zin en onzin nog niet. Een flinke verantwoordelijkheid rust op uw schouders!

Share

Berlijn

In één van de Bert-en-Erniecassettebandjes van Wim T. Schippers en Paul Haenen ruziën onze helden dat je niet iets kunt zien dat weg is. Als je Berlijn hebt bezocht kom je er achter dat daar een kern van waarheid in schuilt.

Tijdens ons korte weekje Berlijn werden we geconfronteerd met allemaal informatie over zaken die er niet meer zijn. De Muur is een schoolvoorbeeld. Er zijn nog een paar kleine stukjes over van de “antifaschistische Schutzwall” van de DDR. Op de Potzdamer platz staat nog een handvol muurelementen, afgewisseld met informatieve tableaus hoe de muur er tot 1989 ter plekke uitzag. Een acteur in DDR-uniform zet er op verzoek (en tegen betaling) een Oost-Duits stempel in je paspoort.
Een stukje Muur dat nog een béétje in de buurt komt van de situatie tijdens de Duitse tweedeling ligt aan de Bernauerstrasse. Het is het herdenkingsmonument. De Muur staat er, compleet met Sperrgebiet, wachttoren en meer. Maar de Muur, zo staat op de bordjes,  is enkele jaren na de sloop ter plekke opnieuw opgebouwd(!) Naast de reconstructie is het verloop van de muur over honderden meters aangegeven met een sculptuur van ijzeren staven. ‘U kijkt nu naar een muur die weg is.’
Het stadspaleis raakte, zoals heel Berlijn, zwaar beschadigd in WOII, en maakte plaats voor het Palast der Republik, dat op zijn beurt het veld moest ruimen voor natuurgetrouwe herbouw van het oorspronkelijke paleis. Een informatiecentrum vertelt je alles over de gebouwen die weg zijn en het gebouw dat komen gaat. Het bouwterrein is kaal.
Het zijn maar een paar voorbeelden. Berlijn probeert zijn turbulente verleden een plaats te geven. Veel in de oorlog verwoeste gebouwen zijn herbouwd of gerenoveerd, de Muur is weg, maar sommige recente geschiedenis is onaangetast. De Karl Marx-Allee draagt nog trots de naam van de schrijver van Das Kapital en ook zijn borstbeeld staat er in een plantsoentje. De uitstraling van de Allee is onvervalst oostblok.
Berlijn is te veel voor een paar dagen, dus een  deel hebben we laten liggen. Zoals het DDR-museum en het Stasi-museum. Volgens de toeristenfolders kun je ook daar kijken naar dingen die definitief weg zijn, maar wel het bewaren waard. Goed geregeld, lijkt me.

Voor meer foto’s klik hier.

Share

Willem de Zwijger

Het Rijksmuseum stelde op zijn Facebookpagina min of meer de vraag of de beroemde laatste woorden van Willem van Oranje eigenlijk wel kloppen…

Ik heb daar natuurlijk meteen (ook via Facebook) op gereageerd, in de vorm van een Ollekebolleke:

Wel potjandubbeltje!
Hier in het Princenhof
Schiet mij een snoodaard
Pardoes voor mijn taas!

Maar voor een Zwijger is
Allertoepasselijkst
Dat ik in stilte
De adem uitblaas!

Share

Overijssels Kanaal

Afgelopen zaterdag waren mijn wederhelft en ik in Overijssel. Een gezellig bezoek aan mijn moeder en haar partner, een lekkere lunch bij Boode in Bathmen, en toen hadden we nog wat tijd over.

Daar hadden we op geanticipeerd, de fietsen achterop de auto, en na afloop hadden we een tijdje om Boode’s calorieën eraf fietsen in de omgeving.

De omgeving van Deventer zag er uit zoals het hoort op een mooie zomerdag.Regionale weggetjes, en af en toe een zandpad met zo’n schelpenpaadje er langs, tussen de maisvelden en weilanden door.

Zo’n schelpenpaadje benadert het ultieme zomerse fietsgeluk. In Fryslân heb je ze helaas niet zo veel. Het klinkt zo lekker onder je banden. Zeker bij die dikkebandenfiets van mij. We kwamen zelfs nog langs zo’n échte uitspanning met een speeltuin met familieschommel en glijbaan naast het terras. Kortom, heerlijk.

Even ten westen  van het dorpje Heeten passeerden we een kanaal, met fietspad er langs. Het Overijssels Kanaal, stond er op een bordje. En als de schelpenpaadjes en de uitspanning al niet genoeg waren om te denken dat er in een halve eeuw weinig veranderd leek, het Overijssels Kanaal zette me weer even terug in de schoolbanken van de vierde klasse lagere school, bij Juffrouw Jansen.

Wij moesten dat namelijk kennen, het Overijssels Kanaal. Net als de andere belangrijke waterwegen van alle provincies, de grondsoorten, en wat er verbouwd werd. Ik heb het nog even nagezocht in mijn oude aardrijkskundeschrift. Ja hoor, het stond er echt. Overijsels Kanaal. Evenals de wetenschap dat het Kampereiland geschikt is als hooiland. De producten van kleigrond (STAP, suikerbieten, tarwe, aardappelen, peulvruchten) en zandgrond (HARK, haver, aardappelen, rogge, knollen). Of was dat nou van de dalgrond? Wij wisten het, als schoolkinderen. Zelfs Nieuw Buinen konden wij op de blinde kaart blindelings aanwijzen, en wisten dat daar glasindustrie te vinden was.

Ik vind het tot op de huidige dag verrassend om de topografische ballast die je op de lagere school hebt meegekregen vertaald te zien in daadwerkelijk landschap.

De persoonlijke kennismaking met het Overijssels Kanaal viel niet tegen. Bordjes met informatie over de bijzondere ecologie van het kanaal. Het was duidelijk dat het kanaal voor het scheepvaartverkeer geen enkel belang meer heeft. Het ligt verstild in het landschap, tussen hoge bomen, met een stil fietspad aan de ene en een stille weg aan de andere kant. Af en toe een ophaalbrug. Een boerderij bood courgettes aan, drie voor een euro, doe het geld maar in het jampotje. Zó’n kanaal en zó’n pad dus. En hoogzomer. Een prima combinatie. En dat vele kilometers lang.

Dát leerden wij allemaal niet, op de lagere school. We konden het kanaal vinden op de kaart. Mocht u in de buurt zijn- er loopt een prachtige knooppunt-fietsroute langs. Doen.

Eens even denken. Nieuw Buinen – ik weet feilloos waar het ligt, maar ik ben er nog nooit geweest. Hoe zou het daar zijn? En is die glasfabriek er nog?

Share